Veerle's verhalen: De eerste les na 'Parijs' - Hoe ga je als leraar om met culturele verschillen in de klas?

Wat doe je als een leerling zegt naar Syrië te willen? Wat doe je als je ervan wordt beschuldigd racistisch te zijn? Wat doe je als je merkt dat antisemitische sentimenten als ‘normaal’ worden gezien door je klas? Elke leraar die les geeft op een school met veel islamitische leerlingen zal de geschetste dilemma’s herkennen.

Veerle van der Loo

door Veerle van der Loo

Veerle van der Loo is politicologe. Na haar universitaire studie volgde ze de kopopleiding, en ze sloot werken in het onderwijs in haar hart. Sinds enkele maanden werkt ze als docent Nederlands op een vmbo-school in de randstad, waar ze werd aangenomen na een proefles.

Lees op De Lerarenagenda meer over deze 'bijzondere' proefles.

Goede voornemens

Terwijl na Parijs het maatschappelijk debat omtrent radicalisering en islamisering in Europa oplaait, is een school bij uitstek de plek waar vervreemding tussen verschillende groepen in de samenleving tegen kan worden gegaan. Hoe ga je als leraar goed om met culturele verschillen in de klas?

De bel gaat. Het is het eerste uur na de kerstvakantie en de leerlingen druppelen het lokaal binnen. Ik wens ze allemaal een gelukkig nieuwjaar, ik zeg dat ik ze gemist heb en ik vraag ze hoe hun vakantie was. Sommigen beginnen meteen met stoere verhalen over vuurwerk. Anderen beweren zelfs champagne gedronken te hebben. Zodra de leerlingen eenmaal zitten, hun jas uit hebben getrokken en hun telefoon hebben opgeborgen, gaat de les van start: ‘Sla allemaal je boek open op bladzijde 54, we beginnen vandaag met spelling!’

Dat had ik blijkbaar beter niet kunnen zeggen.

‘Mevrouw, heeft u geen goede voornemens ofzo?’
‘Jaaa, bijvoorbeeld dat u niet meer altijd streng tegen ons doet?’
‘Kunnen we niet even iets leuks gaan doen?!’
‘We zijn moe van de vakantie!’

Ik ben blij dat mijn leerlingen niet veranderd zijn. Pas als ik zeg dat ik graag de eerste docent ben die er in 2015 iemand uitstuurt, wordt het stil. De leerlingen gaan onverwacht snel en zonder mopperen aan de slag met spelling. Ik kijk tevreden de klas rond, wanneer ik zie dat Abdel een beetje uit het raam zit te staren.

‘Alleen maar omdat ik een Marokkaan ben zeker?'

‘Hé Appie, ga ook eens wat doen, ik houd je in de gaten hoor!’ zeg ik.
Hij draait zich om en kijkt boos en verontwaardigd: ‘Hoezo, u houdt mij in de gaten? Alleen maar omdat ik een Marokkaan ben zeker?’ De hele klas kijkt op.
‘Ja Abdel inderdaad, echt alleen maar omdat jij een Marokkaan bent,' reageer ik stoïcijns.
Dan lacht hij besmuikt, pakt zijn pen en begint de oefeningen te maken.

Niet veel later roept Youssef: ‘Zeg mevrouw, zou u eigenlijk ooit met een Marokkaan kunnen trouwen, of bent u een racist?’ Ik vind dit nogal een bizarre vraag. Hij vervolgt: ‘Mijn vader heeft geen vriendin en jullie zouden echt goed bij elkaar passen. Maar zéker weten dat u een racist bent!’ voegt hij er vrolijk aan toe.

Nu is iedereen officieel opgehouden met spelling en de hele klas kijkt me aan.
‘Vriendje, ik weet niet hoe je er bij komt dat ik een racist zou zijn, maar als je dat wil denken ga vooral je gang.' Ik blijf rustig en besluit bovendien niet dieper in te gaan op die beoogde koppelactie met zijn vader.

Vooroordelen

‘Dus nu bent u niet boos omdat ik u een racist hebt genoemd?’ vraagt Youssef me zorgelijk. Dan vertel ik de klas dat iemand onterecht voor racist uitmaken misschien wel net zo erg is als iemand discrimineren. ‘Als dat je overkomt kun je er beter niet op in gaan. Het zegt namelijk meer over de ander dan over jou,’zeg ik. De leerlingen zijn muisstil. Een donkere jongen vooraan steekt voorzichtig zijn vinger op. ‘Kijk, soms als ik in een winkelstraat langs oudere vrouwen loop, dan houden ze hun tas vast omdat ze bang zijn dat ik die ga stelen.'

Dan zijn er ineens heel veel vingers. Iedereen weet wel een voorbeeld te noemen van die keer dat ze zich gediscrimineerd voelden. Er volgt een klassengesprek. De leerlingen hebben het over Wilders, ze vinden dat hij dood moet. ‘Denkt u dat als hij aan de macht komt dat wij dan terug moeten naar Marokko?’ vraagt een stil meisje met een hoofddoek. Ik vertel de leerlingen dat we in de eerste plaats allemaal Nederlander zijn en dat er daarom helemaal niemand terug hoeft naar Marokko. De sfeer in de klas wordt gemoedelijk en ik leg uit dat, hoewel het belachelijk is, mensen nu eenmaal altijd vooroordelen over elkaar hebben. Ik benadruk dat geweld en doodslag in elk geval nooit iets oplossen.

De leerlingen lijken het te begrijpen: ‘Ja mevrouw, u heeft echt gelijk!’ ‘En wij zijn jong dus wij kunnen het anders doen,' zeggen sommigen zelfs enthousiast. Dan gaat de bel. Ik loop bijna over van blijdschap want, ik heb het idee echt iets bereikt te hebben in deze les. Spelling komt later wel.

En dan ineens: Parijs...

Wanneer ik tegen het eind van de middag thuis kom, hoor ik wat er die dag is gebeurd in Parijs. Ik voel de tranen branden achter mijn ogen, ik denk aan de leerlingen en aan het gesprek dat we vandaag hadden. Hoe zullen ze hierop reageren en bovendien: hoe moet ik ze dit in vredesnaam uitleggen? De daarop volgende ochtend koop ik een krant met de schreeuwende kop: de koelbloedige terreurdaad treft Europa in het hart. Ik heb het eerste uur diezelfde klas en houd het krantenartikel in de lucht wanneer de les begint. ‘Ik wil de les vandaag beginnen met het nieuws,' zeg ik.

Iedereen begint direct te joelen. ‘Wow, echt kapot vet jonge, zo boem boem door hun kop geknald, mevrouw heeft u die filmpje gezien?’ vraagt een leerling.
‘'Echt vet' zou ik het niet noemen. Het is afgrijselijk. Dit is dus wat er kan gebeuren als mensen enkel vooroordelen over elkaar hebben en niet meer met elkaar praten,’ reageer ik.
De klas vindt dat ik me aanstel. Bovendien, het was toch niet in Nederland dus‘wat boeit ons het’. Ik vervolg mijn verhaal en de leerlingen zitten onderuitgezakt te luisteren.

Puberale uiting of zorgelijk?

‘Het zijn eigenlijk gewoon twee gestoorde gekken, die toevallig moslim zijn,’besluit ik standvastig.
De klas kijkt me aanvankelijk wazig aan en barst daarna los: ‘Hoezo die mensen hebben er toch zelf om gevraagd? Ze waren gewaarschuwd, maar ze gingen door, dus het is hun eigen schuld dat ze dood zijn!’

Hier had ik totaal niet op gerekend: best wel dom van mij.
‘Kijk mevrouw, jullie mogen wel alles over onze profeet zeggen maar als ik bijvoorbeeld –sorry dat ik het zeg- op televisie zou zeggen dat Beatrix een hoer is, dan moet ik naar de gevangenis!’ Ik denk even kort aan Beatrix en wijlen Claus en vraag me af hoe die leerling bij dit voorbeeld komt. De meeste leerlingen roepen vervolgens dat eigenlijk alles de schuld van de joden is.

‘Ik ga zeker naar Syrië als ik achttien ben, zeker weten! Jihad is echt vet!’schreeuwt Mohammed. Sommige leerlingen geven hem om die reden een boks. Dan roep ik iedereen tot de orde.
Ik vertel de klas over vrijheid van meningsuiting en hoe belangrijk dat is.

‘Nou juffrouw sorry hoor, maar er is hier in dit land totáál geen vrijheid van meningsuiting!’ zegt Hakan gepikeerd. ‘Toen ik een keer zei dat de teamleider op Hitler leek, werd ik meteen intern geschorst!’
‘Ja ik zweer het u en hij lijkt echt op die Hitler want hij heeft ook zo’n snor enzo,’ valt een andere leerling hem bij. We dwalen volledig af.

Ik vraag me af of dit nu gewoon puberale uitlatingen zijn, of dat ik me echt zorgen moet maken om de dingen die de leerlingen zeggen. Ik rond de discussie af en verlang intens naar spelling. Dat is zoveel minder complex.

Allah staat voor hoop en liefde

Het lesuur daarna heb ik een derde klas. Ik steek hetzelfde verhaal af en ik houd weer die krant in de lucht. De leerlingen reageren amper. Ze knikken instemmend bij de dingen die ik zeg en hebben uit eigen beweging hun boeken al op tafel gelegd. Ik vertel ze dan maar hoe de leerlingen van de tweede klas zojuist reageerden op het nieuws. ‘Ach mevrouw, die weten niet wat ze zeggen,' zegt een Turkse jongen. ‘U heeft helemaal gelijk, Allah staat voor hoop en liefde en die daders zijn gewoon mafkezen.’

Ik sta voor de tweede keer die dag met mijn mond vol tanden. We praten nog even door over de gebeurtenis wanneer een jongen vraagt: ‘Zeg mevrouw, u heeft het nu wel over godsdienst enzo hè, maar zeg eens eerlijk: heeft u zelf ook niet gewoon alles gedaan wat God verboden heeft?!’ Ik doe net alsof ik niet weet wat hij bedoelt: ‘God verboden heeft?! Ik heb eigenlijk geen idee wat God allemaal precies verboden heeft!’ De jongen schudt meewarig met zijn hoofd: ‘Sjongejonge, jezus zeg, mevrouw dat is een uitdrukking hè! En dát voor een docent Nederlands…'

Ik probeer een lach te onderdrukken, en dan gaan we verder met begrijpend lezen.

Geen Red Bull drinken in Syrië

Wanneer de les is afgelopen, kom ik Mohammed tegen in de gang.
‘Mo, nog even over wat je zei in de les, wil je echt naar Syrië als je achttien bent?’
Hij begint te glunderen: ‘Ja mevrouw, ik ga daar strijden en dan krijg ik ook zo’n ehh hoe heet het zo’n geweer enzo..oja kalasjnikov ofzo.’

Dan leg ik hem uit dat het er in Syrië wel heel anders aan toe gaat dan in Nederland: ‘Ik denk dat je daar je smartphone direct moet inleveren, je mag geen Red Bull drinken en roken is al helemaal verboden.' Hij kijkt mij verbaasd aan:‘ECHT...?!!' Ik knik ter bevestiging.

Dan loopt hij weg en roept: ‘Zooo, wat een gekken zeg, zeker weten dat ik daar niet naartoe ga, doei juf!!’

Het is pauze en ik werp nog een laatste blik op de voorpagina van de krant. Hoe zou de wereld eruit zien wanneer mijn leerlingen hun onbevangenheid nooit zouden verliezen?

Waarom ik dit stuk geschreven heb

Ik heb dit stuk geschreven, omdat ik als leraar met een hoop lastige vragen te maken krijg waar ik geen eenduidig antwoord op heb. Leerlingen pikken van alles op, uit het nieuws en de sociale media, en maken er vaak hun eigen verhaal van. Het is als docent ontzettend moeilijk om op een goede manier met deze problematiek om te gaan. Het onderwerp is beladen en ligt gevoelig in onze samenleving. Maar moeten we het daarom maar op zijn beloop laten?

Mijn ervaringen voor de klas zijn niet uniek: elke leraar die les geeft op een school met veel islamitische leerlingen heeft te maken met dit soort dilemma’s. Terwijl het maatschappelijk debat omtrent radicalisering en islamisering in Europa oplaait, moeten leraren proberen hun leerlingen te blijven wijzen op het feit dat we allemaal Nederlanders zijn.

Zelf lees ik zo nu en dan teksten uit de Koran om leerlingen beter te begrijpen en vooral om ze van repliek te kunnen dienen. Mijn mening is dat een school bij uitstek de plek zou moeten zijn waar vervreemding tussen verschillende groepen in de samenleving tegen moet worden gegaan.

Leraren spelen hierbij een sleutelrol, maar vinden het vaak moeilijk omdat de problematiek complex is: hier ligt wat mij betreft dan ook een taak voor de overheid en lerarenopleiding weg gelegd. De politiek durft zich er wellicht niet mee te bemoeien omdat het onderwerp zo gevoelig ligt. Datzelfde geldt mogelijk voor lerarenopleidingen. Maar om die reden onze ogen sluiten voor de steeds groter wordende culturele verschillen in onze klassen lijkt mij eigenlijk de minst verstandige keuze.

Reactie minister Bussemaker

Veerle van der Loo ging in gesprek met minister Jet Bussemaker over haar verhaal. De minister reageert: 'Van deze verharding van het debat is één groep het slachtoffer: onze leerlingen. Die moeten straks de maatschappij in. Zij zijn de toekomst. De rol van docenten is daarin belangrijk. Zij moeten in de lerarenopleiding goed worden begeleid.' Benieuwd naar het hele gesprek? Lees het artikel in het Algemeen Dagblad.

Meer over Parijs en onderwijs in de media

'De eerste les na Parijs' deed nogal wat stof opwaaien in de media. Bekijk bijvoorbeeld de uitzending van RTL Late Night over hoe leraren in de grote steden worstelen met de terreurdaad in Parijs.

Meer informatie?

Op de site van de Stichting School en Veiligheid is een aparte pagina ingericht met informatie over radicalisering. Daar vind je hulpmiddelen en instrumenten, zoals bijvoorbeeld de handreiking puberaal, lastig of radicaliserend.

Op de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid vind je antwoorden op vragen die je als leraar kan hebben over polarisatie, radicalisering en extremisme.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.