Master in vmbo: 'Mooie manier om excellentie in school te halen'

SG Maarsbergen is een school in ontwikkeling. Een kleinschalige vmbo, gelegen midden op de Utrechtse heuvelrug. Een ouderwetse vakmanschool in ‘the middle of nowhere’. Maar ook een instelling die bestempeld was tot ‘zwakke school’ en nu de weg omhoog heeft gevonden.

Dovent Jenny Oldenhuis
Jenny Oldenhuis

Jenny Oldenhuis is sinds vorig jaar directeur van de scholengemeenschap en kijkt terug op de omslag in kwaliteit. ‘In november kwam de inspecteur langs. Hij sprak van een “tsunami van verschil”. Hij noteerde een drive bij de collega’s, hernieuwd enthousiasme, en verbeteringen in de lessen. Ook zagen we een sprong in de examenresultaten.’ Hoe is die verbetering te verklaren? Jenny verwijst dankbaar naar de “interimmer”, die voor haar komst “de boel flink heeft opgeschud”. De leraren werden zich bewust dat SG Maarsbergen hún school was; en dat ze zelf een verantwoordelijkheid hadden de kwaliteit te verbeteren. ‘Samen zijn we een professionaliseringstraject gestart. We hebben veel persoonlijke ontwikkelingsgesprekken gevoerd en alle docenten de vraag gesteld: “hoe ga jij je ontwikkelen?” Die vraag leidde tot verschillende initiatieven. Enkele leraren zijn een studie gaan volgen, zoals Leslie Reijgersberg-Gödecke – nu nog docent lichamelijke opvoeding, maar straks ook gedragsspecialist. Momenteel zit ze in het tweede jaar van haar master SEN (Special Educational Needs). ‘Eerlijk gezegd dacht ik al eerder na over een nieuwe studie. De Lerarenbeurs vond ik een mooie kans.’

Docent Leslie Reijgersberg
Leslie Reijgersberg-Gödecke

Vanwaar die masterambitie?

Leslie: ‘In mijn master SEN specialiseer ik me in gedrag. Eigenlijk heb ik me daar altijd al voor geïnteresseerd. Ik sta zelf in de gymzaal en daar heeft alles met gedrag te maken: spelletjes spelen, winnen of verliezen. Er komen nogal wat emoties bij kijken. Daar wilde ik meer over weten. Mijn master is heel oplossingsgericht: ik leer niet alleen over stoornissen bij leerlingen, maar ook over het effect van beleid of van mijn eigen gedrag als docent.’ 

Jenny: ‘Ik ben zelf ook een master gaan volgen. Die keuze heeft mijzelf zo ongelooflijk veel gebracht: sneller analyseren, nieuwe inzichten en een groter netwerk. Ik begrijp nu beter hoe andere mensen leren en hoe je dat kunt prikkelen. Met die kennis stimuleer ik alle collega’s zich ook te ontwikkelen. Natuurlijk kost het tijd, maar die tijd win je drie keer terug!’

Is dat bijzonder, een master volgen als vmbo-docent?

Leslie: ‘Ik heb de indruk dat veel mensen dat inderdaad bijzonder vinden. Eigenlijk wel jammer, want ik merk zelf hoeveel ik aan mijn master heb. Vooral de richting die ik volg – gedrag – kan in het vmbo een grote bijdrage leveren. Natuurlijk loste ik lastige situaties eerder ook wel op – vaak op gevoel of intuïtie – maar nu kan ik mijn reactie ook theoretisch verklaren en onderbouwen. Ik merk dat ik echt een bredere kijk heb gekregen op het gedrag van leerlingen en docenten.’

Jenny: ‘Vooral in havo/vwo zie je veel docenten met een masterdiploma, in tegenstelling tot het vmbo. Terwijl we juist op dit niveau die onderzoekende houding nodig hebben! Ik merk dat docenten met een master veel planmatiger aan de slag gaan, bijvoorbeeld als bepaalde leerlingen slecht scoren. Ze gaan niet alleen af op hun eigen gevoel, maar gebruiken ook theoretische inzichten om een oplossing te vinden.’

Wat hebben jullie in je master onderzocht?

Leslie: ‘Ik heb me bijvoorbeeld verdiept in ADHD: hoe kun je daar als docent het beste mee omgaan?  Vaak krijgen kinderen met ADHD te horen dat ze druk of ongeïnteresseerd zijn, terwijl dat gedrag niet zomaar ontstaat. De diagnose is geen keuze. Maar docenten hebben wel een keuze in hun manier van handelen. Het is veel effectiever om iedere leerling als individu te benaderen en te leren kennen dan om ze in hokjes te stoppen. Dat wil ik op anderen overbrengen.’  

Jenny: ‘Als schoolleider heb ik de Master Educational Management gedaan. Wat ik daar vooral uit heb opgepikt is dat iedereen een andere manier van “voorkeursleren” heeft. Ik zelf leer het beste uit boeken. Maar ik zie in dat niet iedereen dat heeft. Sommige docenten komen bij mij langs om een boek van mij te lenen, terwijl anderen zeggen: “vertel het me maar gewoon, ik lees liever geen boek”. Dat begrijp ik nu veel beter.’

Wat merken andere docenten ervan, dat jullie een master hebben gevolgd?

Leslie: ‘Eén van mijn opdrachten was om een artikel te schrijven. Mijn stuk over ADHD heb ik naar al mijn collega’s gemaild en opgehangen in de docentenkamer, om te laten zien waar ik mee bezig ben. Daar werd heel positief op gereageerd! Ik zie mezelf nog niet als expert, hoor, maar ik heb wel veel leuke gesprekken gehad met andere leraren, die benieuwd waren naar mijn ervaringen.’ 

Jenny: ‘Het is goed voor de schoolontwikkeling als docenten met een specialisatie, zoals Leslie, die expertise delen met andere collega’s. Nu moet ze eerst natuurlijk nog haar master afmaken, maar daarna gaan we er zeker over verder praten, hoe we die kennis echt kunnen gebruiken in de school. Een master is een mooie manier om excellentie binnen te halen in de school; nu gaat het erom die kennis in de hele school te delen.’ 

Welke tip wil je andere docenten meegeven?

Leslie: ‘Ik hoor heel veel leraren zeggen dat ze een master “misschien ooit wel een keer willen gaan doen”. Maar als je het overweegt, dan moet je het gewoon gaan doen, vind ik. Het enige dat het je kost is tijd. Ik moet eerlijk zeggen dat het best pittig is geweest om een studie te volgen naast mijn werk en mijn gezin, maar de Lerarenbeurs helpt je door een aantal uren vrij te maken (afhankelijk van de grootte van je aanstelling). Het is het allemaal waard geweest.’

Jenny: ‘Het belangrijkste vind ik dat iedereen in het onderwijs een “lerende houding” krijgt. Dat kan natuurlijk met een master, maar het kan ook door een cursus te doen, van een collega te leren, of nog een tweede bachelor te starten. Blijven leren is de weg omhoog naar beter onderwijs. Die ambitie geldt trouwens niet alleen voor docenten, maar ook voor de schoolleider – zoals ik zelf – of onze conciërge, die binnenkort een opleiding gaat starten voor ‘pedagogisch conciërge’. Dat vind ik net zo waardevol. Geef mensen de ruimte om zich te professionaliseren en te laten ontdekken wat echt bij hen past.’

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

  • Een lerende houding lijkt mij - mits het niet "belerend" is, een
    1e voorwaarde op school. Een 2e is om bij een ieder de nodige
    motivatie en vertrouwen in elkaar te schenken!

    Van: P.Compaan, Velp | 21-06-2015, 11:07