'Betere docent en onderzoeker dankzij Promotiebeurs'
Wiskundelerares Sharon Calor onderzoekt hoe wiskundedocenten beter les kunnen geven aan leerlingen van verschillende niveaus. De Promotiebeurs voor leraren van het ministerie van OCW stelt haar in staat dit onderzoek goed uit te voeren. ‘Voordat ik de beurs ontving, had ik wekelijks maar een dag beschikbaar voor mijn promotie. Dat was niet te doen. Nu kan ik er twee dagen aan besteden.’
Sharon geeft les aan de Open Schoolgemeenschap Bijlmer. De eerste twee klassen zijn heterogeen samengesteld. Dat betekent dat Sharon les geeft aan leerlingen met basisschooladvies van vmbo-basis tot en met vwo-niveau. Tijdens haar studie aan de lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam merkte Sharon al dat ze haar leerlingen aan de zogenoemde flanken - vmbo-basis en vwo - niet goed kon “bedienen”. ‘Als afstudeeropdracht had ik een systeem ontworpen om te differentiëren. Dat werkte beter, maar het gevolg was dat kinderen niet meer samenwerkten. Toen ben ik gaan nadenken over hoe het anders kan.’
Samenwerking leerlingen stimuleren
Sharon legt uit dat het huidige onderwijs vooral gericht is op individuele leerlingen, terwijl onderzoek uitwijst dat samenwerken ook tot inzicht in de wiskunde leidt en het niveau ten goede komt. ‘Samenwerken wordt bij wiskunde weinig gedaan in Nederland. Docenten weten niet goed hoe ze dit proces moeten begeleiden. Daar richt mijn onderzoek zich op.’
Vrije tijd promoveren: niet ideaal
Sharon voert het praktische deel van het onderzoek uit op haar eigen school, waar ze twee dagen per week lesgeeft. Twee dagen is ze te vinden op de Universiteit van Amsterdam. Het is een hele verbetering vergeleken met de situatie voor de Promotiebeurs. ‘In mijn vrije tijd was ik al een jaar bezig om te promoveren op dit onderwerp. Maar dat was geen ideale situatie. Ik kon er maar een dag in de week aan besteden, en dat is te weinig. Ik besprak dit met mijn co-promotor en die stelde voor een onderzoeksvoorstel in te dienen voor de Promotiebeurs voor leraren. Nu kan ik er wel voldoende aandacht aan besteden.’
Betere docent, betere onderzoeker
Sharon heeft een eigen werkplek op de UvA. Ook neemt ze deel aan alle vergaderingen van de onderzoeksgroep. Dat heeft zijn voordelen. ‘Vroeger had ik geen contact met de academische wereld, nu wel. Ik leer veel van mijn medestudenten en begeleiders. Ik ben een betere docent geworden door de theoretische kennis die ik aan de universiteit op doe. Zo kan ik de kwaliteit van mijn lessen op school beter beoordelen. Daarnaast hoor ik tijdens vergaderingen veel over andere onderwerpen waar ik mijn voordeel mee kan doen. Ik weet bijvoorbeeld meer over dyslexie. Ook vind ik dat ik een betere onderzoeker ben geworden. Mijn kennis van de praktijk van lesgeven komt op de universiteit goed van pas. Ik kan bijvoorbeeld een zinnige bijdrage leveren tijdens discussies over interventies bij leerlingen.’ Naast deze “grote thema’s”, zijn ook kleine dingen zeer waardevol. ‘Als een collega-promovendus mij niet had geattendeerd op een deadline voor het indienen van een proposal, was ik dat vergeten en had ik geen presentatie gegeven tijdens een congres op Cyprus!’
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.