Staatssecretaris praat met leraren over werkdruk

Veertien basisschoolleraren uit heel Nederland, van Winschoten tot Rhoon en van Nijmegen tot Halsteren, schoven gistermiddag aan bij staatssecretaris Dekker aan tafel. De staatssecretaris had hen, samen met de inspecteur- generaal van het Onderwijs Monique Vogelzang, uitgenodigd om naar Den Haag te komen om te spreken over hun administratieve werkdruk. Dat deed hij naar aanleiding van een uitzending van het tv-programma De Monitor. In dat programma werd namelijk gemeld dat de administratieve werkdruk voor leraren in het basisonderwijs groeit en groeit. 

werkdruk basisscholen

De aanwezige leraren spraken allemaal vol passie over hun vak en over de leuke kanten van het lesgeven: ‘Leerkracht zijn is voor mij het mooiste beroep dat bestaat.’ Het verschil maken in de levens van kinderen, leerlingen die iedere ochtend weer staan te trappelen om de school naar binnen te mogen gaan en met collega’s in kindvrije weken plannen maken voor de rest van het schooljaar – dat zijn de mooie dingen van het vak. Daarnaast werd maandag gesproken over energievreters in het onderwijs, zaken waar docenten zich voor inspannen zonder dat zij weten waarom ze dat doen, laat staan de vruchten van plukken. Voorbeelden zijn het invoeren en bijhouden van allerlei logboeken, notities en andere administratieve rompslomp. 

Groepsplannen

Uit het gesprek blijkt dat het groepsplan als energievreter nummer één wordt ervaren. Ook blijkt dat er nogal verschillend wordt gedacht over de uitvoering van groepsplannen. Zo heeft een docent zijn groepsplan meegenomen: één A4’tje. Een andere docente heeft een groepsplan bij zich dat nét in een dikke klapper past. ‘Langzamerhand komen de grenzen van ons eigen kunnen in zicht. We hebben de groepsplannen met elkaar steeds uitgebreider gemaakt. Dus we moeten ook de hand in eigen boezem steken’. Sommige docenten vinden het groepsplan onzinnig en tijdsverspilling. Andere docenten zien ook de positieve kanten: ‘Groepsplannen opstellen, vergaderen, het zijn niet de leukste dingen van het beroep, maar het helpt me wel een kind goed in beeld te brengen om het vervolgens extra goed te kunnen ondersteunen en onderwijzen.’ Wel blijkt dat het voor de leraren niet duidelijk is waarom groepsplannen geschreven moeten worden. Genoeg reden om de groepsplannen in de volgende editie van de rubriek ‘Mag dat’ onder de loep te nemen: wat is nu precies nodig en wat kan het je opleveren?

Opvallend is hoe vaak het woord ‘moeten’ wordt gebruikt tijdens de discussies: ‘Het moet van de inspectie’. Vogelzang legt uit dat leraren en hun schooldirecties wensen en opmerkingen van de inspectie regelmatig opvatten als eisen (zie de rubriek: mag dat), terwijl de inspectie juist gelooft in de eigen kracht én eigen visie van scholen. Dit sluit goed aan bij het nieuwe toezichtkader van de Inspectie. Ook controleert de inspectie niet op kwantiteit van stukken, maar op kwaliteit van het onderwijs. Voor verschillende docenten is het een eyeopener dat ze bij vragen contact kunnen opnemen met het loket van de onderwijsinspectie.

Aan het einde van het gesprek wordt geconcludeerd dat het woord ‘moeten’ vervangen moet worden door het woord ‘willen’. Een leraar zegt: ‘Oplossingen voor werkdruk moeten vanuit leraren zelf komen. We moeten meer initiatief tonen als beroepsgroep en zelf een streep trekken: tot hier en niet verder. Zowel de directie als de leraren moeten dit wel durven en toelaten. Nadat je die streep getrokken hebt, kun je het goede gesprek voeren met vragen als ‘Waar willen we naartoe met het onderwijs in Nederland? Wat is het beste voor mijn klas?’ De staatssecretaris is het hier van harte mee eens. Hij staat ook nog steeds achter zijn uitspraak in de uitzending van De Monitor: ‘Wees kritisch in wat je doet, leg alleen die zaken vast waar het onderwijs beter van wordt en vergeet de rest. Je hebt vaak veel meer ruimte dan je denkt.’

Getikketak

Na afloop kijkt staatssecretaris samen met de leraren tevreden terug op de bijeenkomst. ‘Het was heel nuttig. We moeten namelijk echt uit het getikketak komen. Scholen roepen nu dat er van alles moet van de schoolinspectie of van het ministerie. Wij antwoorden dan weer dat dat niet zo is. Dit soort gesprekken kunnen helpen om uit die situatie te komen en te begrijpen wat er speelt binnen een school tussen leraren, schoolleiders en bestuurders. We moeten erachter komen waar die onvrede op de scholen vandaan komt, zodat de ingrepen van het ministerie ook echt bijdragen aan beter onderwijs. Vandaag is er door de leraren een aantal suggesties gedaan die ons in de toekomst echt kunnen helpen.’

Sander Dekker en Monique Vogelzang krijgen aan het einde van de bijeenkomst een mandje met bloembollen van een van de leraren: ‘Zet deze op je bureau en laat de bollen uitgroeien tot blauwe druifjes. Zo is het ook met de ontwikkeling van de kinderen én leraren. Verwondering en beleving moeten centraal staan.’ Door de blauwe druifjes zullen de staatssecretaris en de inspecteur-generaal regelmatig herinnerd worden aan het gesprek van afgelopen maandag. Met een boodschappenlijstje vol suggesties kunnen ze komende tijd aan de slag met de suggesties van de aanwezige leraren. Via www.delerarenagenda.nl word je op de hoogte gehouden van de vorderingen.

Op woensdag 9 maart praat Dekker met de Tweede Kamer over de regel- en werkdruk in het onderwijs. Het overleg is te volgen via een livestream.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

  • Werken met kinderen is heel leuk, zij zorgen ervoor dat je steeds weer iets nieuws wilt uitproberen.
    Maar door allerlei verplichtingen eromheen, kom je er niet toe. Er is geen tijd om iets nieuws voor te bereiden. Ja, in het weekend of thuis.
    Er is ook nog leven na school en werk.

    Van: Lia Vorstenbosch | 11-03-2016, 13:26

  • Onduidelijkheid zorgt er voor dat het lastig wordt. Ik heb een hekel aan 'vrije' regels. Als de inspectie vindt dat je er overheen gaat en je hebt geen duidelijk kader dan ben je aan de 'goden' overgeleverd. Van de overheid mag je verwachten dat beleid en regels duidelijk en helder zijn. Dat is wat er schort.

    Van: Ingrid Bouma | 10-03-2016, 15:03

  • De kwaliteit van het onderwijs zit niet in groepsplannen of wat dan ook dat geregistreerd staat. Dat is alleen maar bedoeld of om aan te geven later wie waar iets fout heeft gedaan ( het Angelsaksisch systeem) of om tegen ouders te zeggen dat de school er toch alles aan gedaan heeft. De docent is de spil. Als hij/zij de leerling kan raken, heb je al 80 % gewonnen. Les geven is als een drie sterren kok. Het gevoel moet er zijn en durf om van geëffende paden af te kunnen stappen. Niet zoal uit een kookboek 2gr zout en 50 mg water toevoegen, maar proeven en aanpassen. Maar ja dat kan niet meer in onderwijsadministratie, want je moet van te voren plannen. Driekwart van de vergadertijd schrappen. We hoeven als docent niet van alles af te weten op school en in de verschillende bouwen. En steeds maar die druk om "leuke" schiolactiviteiten te hebben we schieten door. De belangrijkste tip die ik heb is: heb respect voor elke leerling en handel daarna niet alleen in woord maar ook in daden en stop met die afreken cultuur.

    Van: Marcel grote Punt | 10-03-2016, 03:34

  • Ik ervaar werkdruk door de enorme niveau- en tempoverschillen in mijn groep. Daarbij nog gedragsproblemen. Dat geeft het gevoel voortdurend tekort te schieten.
    Dan nog de groepsplannen die voortdurend van opzet moeten wijzigen.Hele handleidingen met doelen moeten erin vermeld.Extra werk. Die doelen zijn er al, die ga je toch niet nog eens in een plan zetten.
    En dat alles opdat de inspectie maar tevreden zal zijn over de gang van zaken op school.Hoe goed we ons best doen.
    Ik werk niet voor de inspectie, maar voor de kinderen, al bijna 40 jaar, met nog steeds veel plezier.
    Maar er zijn dagen dat ik er de brui aan wil geven. ALLES, ALLES, moet je verantwoorden.
    Mijn meester had geen groepsplannen. Hij zag wat mijn capaciteiten waren. Daarom kwam hij met m'n ouders praten: "Laat haar verder leren."
    De meeste leerkrachten weten inderdaad wat de capaciteiten van hun leerlingen zijn. Groepsplannen kunnen soms verhelderend werken.
    Maar overdrijf het niet.
    En doe het zeker niet omdat het van de inspectie moet.
    Ga voor " je kinderen", met verstand, maar vooral met je hart.
    Dat levert een heleboel werkvreugde op!

    Van: Henny Glerum | 09-03-2016, 20:17

  • De heervSander Dekker liegt. Moeten is ook echt moeten. Door te zeggen dat het willen is verstop je de werkelijkheid. De inspectie meldt vrij rap dat iets onvoldoende is en rekent daar op af. Men is niet eerlijk.

    Van: J.mannessen@gmail.con | 09-03-2016, 18:20