“Docent zijn is een belangrijk vak. Iets om trots op te zijn”

Eind maart verscheen het rapport ‘Beginnende leraren kijken terug’ van de Inspectie van het Onderwijs. De pas afgestudeerde pabo-studenten geven aan dat de basis om les te geven op de school goed is. Maar ze moeten nog wel werken aan differentiatievaardigheden. Voor een deel leren ze dit in de praktijk, maar de pabo’s moeten de basis hiervoor leggen. Onderzoeker Suzan Klaver geeft tekst en uitleg.

In het rapport geven pas afgestudeerde pabo-studenten en schoolleiders hun mening over de kwaliteit van de pabo’s en de aansluiting op de praktijk. De Onderwijsinspectie doet regelmatig onderzoek naar hoe het met ‘de pabo’ gaat, maar in dit rapport komen voor het eerst pas afgestudeerde leraren aan het woord. ‘Hun visie is een goede aanvulling op onze andere onderzoeken en op de bezoeken van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO aan de pabo’s.’

In het onderzoek constateert een meerderheid van de schoolleiders dat de kwaliteit van het pabo-onderwijs is verbeterd. Heb je daar een verklaring voor?

‘Dit valt buiten de scope van dit rapport, dus formeel kan ik hierover niets zeggen. Maar we zien in de praktijk dat er veel goede dingen zijn gebeurd in de afgelopen jaren. Denk aan de kennisbasis die in het curriculum is verwerkt en de kennistoetsen. Het goede nieuws is dat deze ontwikkelingen doorgaan. Zo komen er ingangseisen aan voor vakken als natuurkunde en biologie. Pabo’s hebben er dus veel aan gedaan om het niveau te verhogen. Vooral vakmatig. Daarnaast zien we ook vooruitgang op de scholen. Denk aan het ‘opleiden in de school’, dat een aantal jaren geleden is begonnen.’

Kun je stellen dat leraren goed worden “afgeleverd” op de basisschool?

’Je moet verschil maken in wat afgestudeerden in de praktijk laten zien en wat de opleiding doet. Dit onderzoek gaat over de vraag: “Heeft de opleiding voldoende aandacht gegeven aan allerlei dingen die je nodig hebt om in de praktijk goed te kunnen functioneren?”

Dat gezegd hebbende, kunnen we zeggen dat de basisvaardigheden om leraar te worden goed zijn. Inspecteurs in het primair onderwijs zien dit ook in lesobservaties. Wat opvalt is dat bepaalde basisvaardigheden van veel beginnende docenten na een jaar al even goed zijn als die van gevorderde docenten. Denk aan respectvolle omgang met leerlingen, goed kunnen uitleggen en leerlingen actief kunnen betrekken bij lessen.’

Dat klinkt goed. Maar er zijn ook aandachtspunten. Met de complexere - differentiatievaardigheden gaat het minder goed. Hoe belangrijk is dat? Leer je dit juist niet in de praktijk?

‘Je geeft niet alleen les aan “de gemiddelde leerling”. Docenten moeten dus in staat zijn hun lessen aan te passen aan kinderen die een voorsprong of achterstand hebben. In het onderzoek zeggen beginnende leraren dat ze daar minder goed op zijn voorbereid. Onze inspecteurs zien het ook in de klas. Maar niet alleen bij beginnende leerkrachten. We zien ook dat dit bij gevorderde docenten niet altijd goed gaat. Het is heel belangrijk dat hieraan ook na de opleiding wordt gewerkt, want beginnende leraren moeten deze vaardigheden voor een deel in de praktijk onder de knie krijgen.’

Wat kunnen pabo’s hier aan doen?

’Het feit dat je gedifferentieerde vaardigheden voor een belangrijk deel leert in de praktijk, neemt niet weg dat de pabo’s er een goede basis voor kunnen leveren: aanreiken van methoden om gedifferentieerd les te geven. Pabo-studenten kunnen bijvoorbeeld tijdens de opleiding leren hoe ze de vorderingen van hun leerlingen systematisch kunnen bijhouden.

Daarnaast is het belangrijk dat studenten leren te analyseren en te onderzoeken. Deze vaardigheden heb je nodig om erachter te komen wat een kind nodig heeft en om in te kunnen spelen op de verschillen tussen kinderen. Overigens komt er wel meer aandacht voor deze onderzoeksvaardigheden en dat is goed om te zien.'

De beginnende leraren in dit onderzoek vragen ook aandacht voor meer contact tussen studenten, pabo’s en scholen na het afstuderen. Wat is hiervan de achtergrond?

’Les geven op de basisschool is mooi, maar ook uitdagend. Daarnaast geven pas gestudeerde leraren aan dat het moeilijk is om aan werk te komen. Als ze aan de slag kunnen, moeten ze vaak veel invallen. Dat betekent dat ze veel moeten wisselen van klas.  Dat is veel lastiger dan lesgeven aan je eigen klas, waar je een band met je leerlingen kunt opbouwen. Er wordt dus veel van je gevraagd dan is het fijn als je voor advies terecht kunt bij je opleiding.

Pabo’s kunnen hiervoor een goed alumnibeleid opzetten, zodat ze hun oud-studenten goed kunnen volgen. Daarnaast is het goed als pabo’s de samenwerking opzoeken met scholen. Ze hebben een schat aan kennis en ervaring waar het onderwijs van kan profiteren. Goed om te zien dat dit ook steeds meer gebeurt. VierslagLeren is hiervan een goed voorbeeld.’

Wat zou je beginnende leraren willen meegeven?

’Docent zijn is een belangrijk vak. Iets om trots op te zijn. En het blijft boeien. De maatschappij verandert voortdurend en dat heeft zijn weerslag in het onderwijs. Het is dus belangrijk om “bij te blijven.”

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.