Leraren opleiden in Engeland en Schotland: impressies van een werkbezoek

Hoogleraar onderwijswetenschappen Jan van Tartwijk en Ingeborg Janssen Reinen, bestuurder bij een ROC en voormalig directeur van een pabo, tekenden hun ervaringen op met een werkbezoek aan universiteiten en scholen in Cambridge (Engeland) en Edinburgh (Schotland). Zij waren onder meer onder de indruk van de inductietrajecten, waarin gegarandeerd tijd is voor scholing en ontwikkeling. Lees hun verslag hieronder of bekijk de video!

We reizen met een ‘bont’ gezelschap naar het Verenigd Koninkrijk (VK): naast minister Jet Bussemaker en haar twee medewerkers voor communicatie en internationalisering, Charlotte Fijnaut en Gülcan Erkut-Yildiran, zijn dat leraar van het jaar 2014 Marloes van der Meer, PO-man en AOB'er Peter van Hulst en OCW-ambtenaar Sjoerd de Jong.

Cambridge

In Cambridge bezoeken we de universitaire lerarenopleiding van de faculty of Education en de Netherhall School, een van de scholen uit het netwerk van partnerscholen. Op de universiteit spreken we uitgebreid met studenten die net klaar zijn met de lerarenopleiding. Sommigen zijn direct aan het werk gegaan, anderen zijn doorgegaan met een masters of PhD. Wat een passie voor dit werk, wat een energie! Op de Netherhall School maken we ook kennis met het ‘school direct’-programma, een alternatieve route om leraar te worden.

Meerdere wegen naar leraarberoep

De belangrijkste universitaire route loopt via een eenjarige lerarenopleiding die aansluit op een undergraduate (bachelor) opleiding. In Cambridge is , net zoals in veel Nederlandse lerarenopleidingen, veel aandacht voor de verbinding tussen het theoretische onderwijs op de universiteit en het opdoen van praktijkervaring op scholen. De mentor die studenten op school begeleidt wordt hierin getraind. De selectie is streng. Slechts 1 op de 3 studenten wordt toegelaten. Veel studenten keren na een paar jaar terug naar de universiteit om een master in education te volgen om zich verder wetenschappelijk te verdiepen in het onderwijs.

Binnen de ‘school direct’-route organiseren scholen zelf de opleiding en begeleiding van aspirant leraren. Ze hebben wel partnerschappen met universiteiten, maar die verschillen in aard en gewicht. Ook studenten van de ‘school direct’-route worden begeleid door mentoren van de scholen. Net als binnen de universitaire route doen deze studenten op meerdere scholen ervaring op. Er is ook een betaalde variant voor mensen die al tenminste drie jaar werkervaring hebben. Een aantal scholen heeft een status als opleidingsschool (SCITTs).

De ‘school direct’-route is ook een optie voor studenten die leraar willen worden maar de strenge selectie van de universitaire lerarenopleiding niet hebben gehaald.

Onze gesprekspartners in Cambridge beschouwen de universitaire route en de ‘school direct’-route als aanvullend.

Nederlanders in Cambridge

We dineren met Nederlandse academici die hier studeerden of werken en bespreken hoe het is om in Cambridge te leven en werken. Het is een zeer competitieve omgeving die een unieke kans biedt voor deze uitblinkers om hun academische loopbaan vorm te geven. Maar als minister Jet Bussemaker vraagt of ze voor het Nederlandse of het Engelse onderwijssysteem zouden kiezen, kiest toch iedereen voor het Nederlandse systeem vanwege de brede kwaliteit van het hoger onderwijs en de toegankelijkheid voor een veel grotere groep studenten.

Edinburgh

De wekker in Cambridge gaat om 5.30 uur want we moeten om 9 uur op de Universiteit van Edinburgh zijn. Ook hier is binnen de initiële lerarenopleiding de samenwerking tussen de universiteit en de scholen goed, maar vooral in de fase daarna lijkt het minder soepel te gaan dan in Cambridge én dan in Nederland. We bezoeken ook de Royal High School. Zeer inspirerend, mede door het zeer open gesprek met stagiaires en mentoren. Na een rondleiding door de school op weg het vliegtuig voor de terugreis naar Nederland. 

Na de opleiding

Schotse studenten die de eenjarige opleiding aan de universiteit hebben afgerond krijgen een startdiploma, waarna ze gegarandeerd een jaar full time op een school aan de slag kunnen: het zogenoemde ‘probation year’. Als ze dat jaar goed afsluiten zijn ze ‘fully qualified’.

In het probation year hoeven ze voor 0.3 fte geen les te geven. Die tijd kunnen ze besteden aan hun ontwikkeling. De studenten volgen landelijke en regionaal ontwikkelde modules en krijgen een mentor toegewezen die ze begeleidt. De inspectie speelt een belangrijke rol bij het toezicht op de kwaliteit van het probation year.

Bij dit jaar is de universitaire lerarenopleiding op geen enkele manier betrokken en dat is jammer (de Schotten noemen dit zelf een ‘challenge’) Scholen en inspectie geven namelijk aan dat de expertise van de universiteiten goed kan worden gebruikt. Ook willen zij nog meer aandacht geven aan de ontwikkeling van de professionele identiteit van beginnende leraren. En men wil meer doen met ‘leadership’. Er is een nationale discussie wat dit ‘leadership’ inhoudt, maar het gaat in ieder geval niet alleen om management: leiderschap moet deel uitmaken van elke docent, omdat dit de basis is voor de ontwikkeling van de maatschappij.

Verschillen

Zowel in Cambridge als in Edinburgh spreken we over de mogelijkheid om gedurende de loopbaan je professionaliteit als docent te kunnen blijven ontwikkelen. In Cambridge vindt men dit heel belangrijk, maar men geeft ook aan dat hier geen ‘resources’ voor zijn. In Edinburgh is de situatie heel anders. In Schotland is er een breed gedragen systeem waarbij je als docent elk jaar bekijkt waar je zelf staat ten opzichte van de nationale standaarden, voor jezelf vaststelt wat je uitdagingen zijn en welke ondersteuning je nodig hebt. Daarnaast is het gebruikelijk dat je elke 5 jaar een ‘professional update’ doet, in het kader van ‘learning for sustainability’. 

Uitval uit het beroep

In Engeland is de uitval in de eerste jaren hoog vergeleken met Schotland. Het zou interessant zijn om te weten of het ‘probation year’ uitval voorkomt. We denken dat de hoge waardering voor het leraarschap in Schotland, net als in Finland, zeker ook een rol speelt.

Onze conclusies

Het was een intensief en waardevol werkbezoek. Met de opgedane inzichten kunnen we in Nederland zeker ons voordeel doen. Voor ons waren de highlights:

  • Een sterke verbinding tussen universiteit en partnerscholen bij de opleiding en inductie is belangrijk. Scholing van mentoren is cruciaal.
  • Een goed ontwikkeld inductietraject waarin er gegarandeerd tijd is voor scholing en ontwikkeling, zoals een ‘probation year’ na afloop van de opleiding, zou ook in Nederland toegevoegde waarde hebben.
  • Een systeem voor een leven lang leren maakt het beroep aantrekkelijk. Een dergelijke consistente en door alle ‘lagen’ heen gedragen lijn draagt bij aan het beeld van de docent als een complex beroep. Professionele docenten krijgen makkelijker het respect dat ze verdienen en dragen er aan bij dat de volgende generaties opgeleid worden tot kritische denkers die kunnen omgaan met de vele onzekerheden van het leven in de 21ste eeuw.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.