Kinderen bij de les houden? Zo doe je dat

Weblogbericht | 16-07-2015 | Redactie

‘Onze school is een traditionele basisschool’ vertelt Diny. ‘De achtergrond van de kinderen is voor 90% Nederlands en we hebben maar weinig anderstaligen in de klas.’ Het dorp Rhoon – gelegen onder de rook van Rotterdam – heeft iets meer dan 25.000 inwoners en is volgens Diny een gezellig dorp om in te wonen. ‘De meeste kinderen hebben het redelijk  goed bij ons. We moesten iets verzinnen om ze te blijven prikkelen.’

Samenwerken

Via de CED-groep kwam de school uit bij de methode Teach like a Champion. Diny: ‘Uiteindelijk hebben we in het team gestemd. En hebben we met z’n allen gezegd: hier gaan we mee aan de slag.’ Rond die tijd moest de school ook fuseren: twee scholen van dezelfde vereniging moesten één school worden. Ook deze nieuwe collega’s deden vanaf de start mee met het traject. ‘Dat was ook goed voor de teambuilding. Door samen te werken aan onderwijsvernieuwing leerden we elkaar steeds beter kennen.’

Begeleiding

Alle leraren op de basisschool startten drie jaar geleden tegelijk met het inslijpen van de technieken van Teach. Daarbij werden ze ondersteund door twee begeleiders van de CED-groep, die tijdens verschillende studiemiddagen steeds een aantal technieken toelichtte. Diny: ‘Vervolgens gingen wij daar mee aan de slag in de praktijk.’

'Allemaal tegelijk'

Diny begon met technieken uit Teach om alle kinderen te stimuleren mee te doen.  Ze noemt ‘bliksembeurt’,  ‘weet niet geldt niet’, ‘100 procent’ en ‘vraag en antwoord’ als voorbeeld. Die laatste techniek legt ze graag even uit. ‘Als we in de groep een nieuw onderwerp bespreken en een kind geeft een mooi antwoord, roep ik: “dat zeggen we allemaal even!”. Dan doet iedereen mee. En hebben ze allemaal het nieuwe woord een keer geprobeerd en gezegd. Zo stimuleert Teach ook de taalontwikkeling.’

Filmpjes

De docenten trokken samen op in het aanleren van de 49 technieken. De school schafte camera’s aan, zodat ze hun lessen konden filmen. Diny: ‘Als je dacht: deze techniek gaat nu redelijk goed, dan filmde je even vijf minuutjes. Die opnames keken we tijdens de studiemiddagen gezamenlijk terug. Collega’s beoordeelden elkaar onderling en gaven feedback: wat zijn tips en tops? Wat ging goed en wat kan nog beter?’

Met de hele school

Het grote voordeel van de gezamenlijke aanpak is volgens Diny het gemak voor de leerlingen. ‘Stel dat je in de ene groep wel met Teach werkt, maar in de groep daarna niet, dan verdwijnt het aangeleerde gedrag bij de kinderen ook meteen. Om dat te voorkomen hebben wij als school voor Teach like a champion gekozen. Nu weet iedere leerling op de Julianaschool meteen wat je bedoelt, als je zegt: “100 procent”.

Geschikt voor kleuters

Natuurlijk zijn er verschillen tussen de leerlingen uit de onder- en bovenbouw, geeft Diny aan. Ze merkte zelf dat de methode oorspronkelijk is gericht op de lagere school en het vo, en minder op de kleuterklassen. ‘Kleuters kunnen nog niet lezen en schrijven, dus moesten we de technieken een beetje omzetten’. Samen met andere “Teach”-scholen werkte Diny op verzoek van de CED daaraan mee. Resultaat: het boekje Teach like a Champion: het jonge kind, met tien starttechnieken voor kinderen van peuterspeelzalen en startgroepen op de basisschool.

Structuur

Diny is erg enthousiast over de methode: ‘ik kan er uren over praten’, lacht ze. ‘Het heeft in mijn groep vooral structuur gebracht. Ik merk dat de kinderen in onze maatschappij behoefte hebben aan duidelijkheid wat er van ze wordt verwacht en verlangd. Teach like a Champion helpt leraren met hele mooie technieken om dat voor elkaar te krijgen. Zo ontstaat een sfeer in de klas die ambitieus, duidelijk en gestructureerd is, maar ook vriendelijk en warm. De juiste ingrediënten voor goede prestaties!’