Tien tips voor de beginnende docent om de herfst door te komen

Deze maand gaan er weer duizenden leraren voor het eerst aan de slag in het VO. Lesgeven is niet altijd gemakkelijk, zeker niet in de beginfase. Veel jonge docenten haken dan ook af. Om deze jonge docenten te ondersteunen tijdens hun eerste schreden op het docentenpad, vroegen we aan ervaren leraren en lerarenopleiders: Welke tips zou jij graag gehad hebben in die eerste paar maanden?

Tip 1. Richt je op wat er voor jouw lespraktijk van belang is

Wie doet wat? Met wie? Wanneer? Hoe?

Niet alleen pubers vertonen een stevige interesse in elkaar, ook docenten kunnen er wat van.

Gerda Nicolai, docente biologie en ANW, introduceert daarom een een energiebesparende maatregel: hou oogkleppen op voor wat er allemaal binnen een school gebeurt waar je – nog - niet direct mee te maken hebt.

Vakkennis van andere docenten? Schoolpolitiek? Sociale verhoudingen binnen het docententeam? Probeer je er – nog - niet mee te bemoeien.

Filter wat er voor jou in je lespraktijk direct van toepassing is. In de loop van de jaren breid je vanzelf je aandachtsgebied en expertise uit.

Dat scheelt een hoop energie, die je beter in jezelf kunt steken.

Tip 2. Neem niet te veel hooi op je vork

Je bent jong en je wilt wat. Een valkuil van veel jonge docenten is dan ook om in het begin te veel hooi op hun vork te nemen.

Niet doen.

Het is – zeker in de begintijd! - belangrijk dat je genoeg tijd en energie hebt om je lessen te evalueren. Liefst samen met anderen. Tijd voor reflectie is essentieel voor je ontwikkeling.

Begin daarom met maximaal vijftien lesuren per week. En vraag om een rooster met niet te veel lessen achter elkaar. Het is fijn om tussendoor even bij te komen en in alle rust de volgende lessen voor te bereiden.

Tip 3. Plan niet te strak

Bovenstaande geldt eigenlijk ook voor de lesplanning. Veel beginnende docenten hebben de neiging om hun lessen helemaal vol te plannen, zonder rustmomenten. Hierdoor is er minder ruimte voor spontaniteit en creativiteit, waardoor je minder in kunt spelen op wat er in de klas gebeurt.

Dat is makkelijk te voorkomen: maak een ruime lesplanning. Dat wil zeggen, een lesplanning waar je van af kunt wijken, zonder dat je later in de knel komt.

Ook handig als je tegen lastige vragen oploopt, zoals deze cartoon illustreert:

Good question
Plan ruimte in voor onverwachte leswendingen (Bron: Airfoil (XKCD)).

Als je het lastig vindt om in te schatten wat een realistische planning is: vraag het aan sectiegenoten.

Tip 4. Zorg dat je een uitlaatklep hebt

Niet zo gek als je zo tijdens het eind van je eerste lesweken geen mens meer kunt zien (zeker niet van de soort ‘adolescent’). Ook een chronisch gebrek aan energie is een vaak voorkomend fenomeen onder jonge docenten.

Zeer aantrekkelijk dus om op de bank te storten en er de rest van de avond niet meer vanaf te komen.

Maar voordat je een bijvak Netflix kunt gaan geven: plan minstens één vaste avond in de week om even stoom af te blazen, is het advies van Aalt Prins, lerarenopleider aan de Hogeschool van Amsterdam. Boksen, zangles, het maakt niet zozeer uit wat je doet, als je het maar doet met mensen bij wie je je verhaal kwijt kunt.

Aalt: 'ik ga het liefst survival-runnen. Met een boomstam op mijn rug lekker tegen vrienden mopperen. Over hoe druk ik het heb, over hoe gestoord die kinderen zijn en hoe belachelijk mijn baas is.'

Tip 5. Neem de tijd om je les te beginnen

Heb je het idee dat je moet rondrennen als een medicatieloze Jochem Myer om enigszins orde te kunnen houden? Heb je het gevoel dat je voortdurend achter de feiten aanloopt?

Een mogelijke oplossing voor dit probleem is: zorg dat je aan het begin van de les aandacht, oogcontact en volledige rust hebt.

Maak om dat te bereiken eerst persoonlijk contact. Door bijvoorbeeld langs de tafels te lopen, of iets persoonlijks te vertellen. Daarna pas beginnen met de lesinhoud.

Tip 6. Helderheid voor jezelf en je leerlingen

Een andere manier om te voorkomen dat je staat te gillen als een Justin Bieber-fan, is duidelijkheid.

Zorg ervoor dat je vooraf heel helder hebt wat je de leerlingen wilt leren, en uiteraard ook hoe je dat wilt bereiken. Laat de leerlingen vervolgens weten wat je van plan bent, hoe je het wilt hebben en weet ook waarom je het zo wilt.

Zo werk je sámen aan het lesdoel, en is het een stuk makkelijker om orde te houden.

Tip 7. Ontdek de wondere wereld van de puber

Ze tuimelen van de ene extreme emotie in de andere. Ze zijn onverschillig en overgevoelig op hetzelfde moment. Ze zitten met hun voeten op tafel te Facebooken.

Welkom in de wondere wereld van de puber. Niet altijd even makkelijk om je in te begeven, maar altijd verrassend en fascinerend.

Laat je af en toe eens meevoeren in dat unieke perspectief. Én zeg ze dat ze niet met hun voeten op tafel mogen Facebooken.

Aalt Prins: 'De pubers zijn nog niet uitontwikkeld, probeer vast de volwassene te leren kennen die in ze verborgen zit. Zorg dat je van elke leerling iets belangrijks te weten komt. Schrijf in een schriftje (of een blog) elke dag een malle uitspraak op.'

Tip 8. Wees niet bang om 'de gekke oom/ tante' uit te hangen

Wanneer je begint, zullen ervaren collega's je adviseren om formeel en serieus te zijn. Dat vergroot je overwicht.

Volgens Aalt Prins is het belangrijker om je eigen weg te vinden. Wees dus niet bang om dat advies in de wind te slaan als jij je niet lekker voelt in zo'n formele rol.

Hij adviseert: 'Negeer alle adviezen van ervaren collega’s en maak lachend contact met de pubers. Ga pijltjes met ze schieten op de directeur en laat ze zich 25 keer opdrukken als ze te laat komen.'

Tip 9. Je hoeft niet perfect te zijn

De tip van Michel van Ast, oud-wiskundedocent en lerarenopleider, sluit daar op aan:

'Durf je kwetsbaar op te stellen. Wees niet bang om jezelf en je imperfecties (=menselijkheid) aan je leerlingen laat zien.'

Je mag als leraar bijvoorbeeld best wel toegeven dat je iets niet weet.

'Het lijkt misschien veilig om een rol te spelen voor de klas, maar doe dat niet. Als je jezelf verschuilt achter een pantser van formaliteit, maak je nooit écht contact met je leerlingen. Dan wordt het niet alleen lastiger om iets blijvend over te brengen, maar mis je de essentie van waar het leraarsvak over gaat: het magische moment dat je je leerling echt raakt - is dit te abstract?!'

Tip 10. Een tip is ook maar een tip

Tips kunnen handig zijn, maar leren lesgeven kost natuurlijk gewoon tijd. Raak niet in paniek als je vindt dat je niet snel genoeg progressie maakt.

Ervaring opdoen, een routine opbouwen, ontdekken wat er voor jou werkt; het is een geleidelijk proces.

Behandel tips niet als waarheden, maar als mogelijke gespreksonderwerpen. Vraag aan collega's wat zij ervan vinden. Hoe meer je praat, des te sneller je ontdekt wat jouw manier van lesgeven is.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.