Lijn 7: Een sterke beroepsorganisatie

Een sterke beroepsorganisatie verbindt leraren en draagt bij aan duurzame verbetering van deze sterke en representatieve beroepsgroep.

Waar willen we naartoe?

Het onderwijs aan leerlingen en studenten verbetert, omdat leraren hun kennis actueel houden en hun vaardigheden aanscherpen. In het lerarenregister maken leraren zichtbaar of ze bevoegd en blijvend bekwaam zijn, en leraren hebben tijd en geld om te werken aan hun bevoegdheid en bekwaamheid.

Aandeel leraren dat participeert in professionele verbanden en bereid is om te participeren

Grafiek 7.1
Bron: POMO 2016

Doelstelling

Het bevorderen van een sterke beroepsgroep van leraren die een belangrijke rol speelt in het definiëren en waarborgen van de kwaliteit van de leraar.

Welke beweging is zichtbaar?

Omdat de respons terugliep van het oorspronkelijke onderzoek (‘Onderwijs werkt!’, Regioplan) is gekozen om aan te sluiten bij het tweejaarlijkse zogenaamde Personeels- en MobiliteitsOnderzoek (POMO, van het Ministerie van BZK). Door aan te sluiten bij deze grotere uitvraag worden registratielasten voor het veld verminderd en de representativiteit van de steekproef voor de toekomst beter gewaarborgd. Omdat er sprake is van een nieuwe bron kan er geen betrouwbare vergelijking worden gemaakt met de vorige meting. Over twee jaar kunnen we zien welke beweging er zichtbaar is.

Het percentage leraren dat bereid is om te participeren in professionele verbanden is het hoogst in het vo (29,8%) en het mbo (32,6%). In het po (22,3%) ligt dit percentage lager.

We zien dat het percentage leraren dat daadwerkelijk actief participeert beduidend lager is dan het percentage dat bereid is te participeren. Hier is veel potentie onbenut en er valt nog veel winst te behalen.

Welke acties worden ondernomen?

Wij blijven scholen ondersteunen scholen om door middel van o.a. peer review, en Professionele Leergemeenschappen (PLG) leraren te stimuleren om te leren van elkaar. In het vo is in 2013 het bovenschoolse PLG-project gestart. Dit project loopt tot halverwege 2018.

De universiteit van Twente doet onderzoek naar de effecten van PLG’s op de professionalisering van leraren en onderzoekt welke factoren de professionele ontwikkeling van leraren in PLG’s beïnvloeden. Ook loopt er tot eind 2017 een binnenschools PLG project. Het Kohnstamm instituut en ICLON doen onderzoek naar het functioneren van deze PLG’s. De OC richt in januari 2017 de deelnemersvergadering in, zodat alle registerleraren rechtstreeks zeggenschap kunnen hebben over de professionele keten van het leraarsberoep (bekwaamheid, kwaliteit nascholingsaanbod, professionele standaard en bekwaamheidsonderhoud).

Aandeel leraren dat aangeeft dat hun beroep door de maatschappij wordt gewaardeerd

Grafiek 7.2
Bron: Talis 2015

Doelstelling

Versterken imago van het leraarschap

Welke beweging is zichtbaar?

Deze figuur is gebaseerd op 1 meting van Talis (waardering 2013). De volgende meting vindt plaats in 2018 en de resultaten komen beschikbaar in 2019. Er is dus geen verandering ten opzichte van de 2015 te melden. Dit betekent dat internationaal ruim 30% van de deelnemende leraren vindt dat hun beroep gewaardeerd wordt door de maatschappij. In Nederland ligt dit percentage hoger, op 40%. Andere landen waar het leraarschap sterker gewaardeerd wordt zijn Finland (59%) en België (46%).

Welke acties worden ondernomen?

Diverse acties, waarvan de effecten pas over langere periode zichtbaar kunnen worden. De verwachting is dat de maatregelen uit de Lerarenagenda de aantrekkelijkheid en status van het beroep vergroot. Daarnaast zijn er allerlei initiatieven vanuit de beroepsgroep zelf die leiden tot een hogere waardering. Voorbeelden hier van zijn de onder ander de Dag van de leraar en Leraar 24. Ook zijn toonaangevende leraren zichtbaar in het publieke debat (baliedebatten, Manifest “samen leren”, Manifest “Leraar 2032”).